Het berekenen van kinderalimentatie lijkt redelijk complex. Hieronder vind je een eenvoudige uitleg in overzichtelijke stappen. Bij elke stap geef ik een voorbeeld. Waar zinvol heb ik de stap visueel gemaakt met een plaatje.
Stap voor stap wordt het helder
Op deze manier is het voor iedereen mogelijk om te snappen hoe kinderalimentatie wordt berekend. Ook kan je met deze uitleg, zelf een eerste inschatting maken van de hoogte. Houd er wel rekening mee, dat een ‘echte’ berekening wordt gemaakt met speciale rekensoftware. Dezelfde rekensoftware die ook bij de rechtbank wordt gebruikt. Deze software rekent volgens de officiële tremanormen 2024.
Wijzigingen kinderalimentatie 2023 en 2024
De belangrijkste wijziging per januari 2023 bij de berekening van de kinderalimentatie is het loslaten van het zogenaamde puntensysteem. Tot en met 2022 correspondeerde de leeftijd van de kinderen met een aantal punten. Deze punten bepaalden vervolgens mede de hoogte van de kinderkosten conform NIBUD tabel. Op deze manier werd er rekening gehouden met de hoogte van de kinderbijslag, die immers leeftijdsafhankelijk is. Vanaf 2023 is het systeem versimpeld en wordt er gerekend met een gemiddeld bedrag aan kinderbijslag.
Inhoudsopgave
Kinderalimentatie in drie simpele stappen
In de volgende drie stappen wordt kinderalimentatie berekend:
- Bepalen van de financiële behoefte van de kinderen. Oftewel hoeveel hebben de kinderen nodig?
- Berekenen van de draagkracht van de ouders. Oftewel hoeveel kunnen jullie als ouders betalen?
- Bepalen van de kinderalimentatie. Oftewel hoeveel moeten beide ouders, gelet op hun draagkracht, naar rato bijdragen aan de kosten van de kinderen?
Stap 1 – Kinderbehoefte bepalen
In het kort komt deze stap neer op:
- het bepalen van het netto gezinsinkomen vlak voor de scheiding;
- en het op basis daarvan bepalen van de kinderbehoefte via een ‘tabel van het NIBUD’.
Netto gezinsinkomen voor de scheiding als leidraad
Allereerst wordt gekeken welke financiële ‘behoefte’ kinderen hebben. De kinderbehoefte bepalen jullie door jullie jaarlijkse netto inkomen bij elkaar op te tellen. Dit betreft jullie gezamenlijk inkomen vóór de scheiding.
Uitgangspunt is namelijk dat kinderen er door de scheiding nooit op achteruitgaan.
Wat telt mee bij het netto gezinsinkomen?
Hoe bepalen jullie nu het netto gezinsinkomen? Dit is in principe de optelsom van het netto inkomen van jullie beiden vlak vóór de scheiding. Hierbij tellen de volgende zaken mee:
- Netto inkomen, bijvoorbeeld uit loondienst, uitkering, eigen onderneming of vermogen
- Vakantiegeld (meestal 8% van het jaarinkomen)
- Eventuele bonussen of 13de maand
- Te ontvangen belastingtoeslagen, zoals bijvoorbeeld inkomensafhankelijke combinatiekorting of kindgebonden budget (KGB)
Wat telt niet mee?
De volgende twee zaken worden bewust buiten de optelsom gelaten:
- Fiscale bijtelling van eventuele auto’s van de zaak
- Fiscaal voordeel van hypotheekrenteaftrek
Meer weten over het inkomen bij alimentatie?
In de blog “Welk inkomen telt mee bij alimentatie” wordt in veel meer detail ingegaan op dit onderwerp. Naast feitelijk inkomen kan er ook sprake zijn van fictieve verdiencapaciteit.
Fictieve verdiencapaciteit als mogelijk uitgangspunt voor alimentatie
Wat is fictieve verdiencapaciteit? Dit is het theoretische inkomen wat iemand optimaal zou kunnen verdienen. Kan iemand bijvoorbeeld werk zoeken of meer uren gaan werken? Is het redelijk om uit te gaan van beter betaald werk, ook als diegene dat werk liever niet doet? Steeds vaker komt het voor dat hierover wordt gesproken. Dit zie je ook terug in recente jurisprudentie. Lees meer hierover in de blog “Verdiencapaciteit en alimentatie – De 10 factoren“.
Een voorbeeld van het netto gezinsinkomen
Vader heeft een netto inkomen van 2.800 euro per maand en moeder van 1.700 per maand. De maandelijkse hypotheeklast is 800 euro. De vader heeft een fiscale bijtelling van 220 euro per maand voor de auto van de zaak. Het kindgebonden budget is 240 euro en de kinderbijslag is 180 euro per maand voor beide kinderen. Bereken nu het netto gezinsinkomen als volgt:
- Inkomen vader en moeder (2.800 + 1.700), zijnde 4.500 euro
- Hypotheeklast niet meenemen
- Auto van de zaak niet meenemen
- Kindgebonden budget, zijnde 240 euro
- Kinderbijslag, zijnde 180 euro
- Totaal netto besteedbaar gezinsinkomen komt daarmee op 4.920 euro.
NIBUD tabel kinderbehoefte
Het zogenaamde netto gezinsinkomen wordt vervolgens vergeleken met een tabel met vastgestelde normbedragen voor de kinderbehoefte (NIBUD).
De gedachte hierbij is: hoe hoger het gezinsinkomen, hoe meer geld er aan de kinderen wordt besteed.
Verder wordt er in de tabel ook rekening gehouden met de hoeveelheid kinderen. Tenslotte is in de tabel de te ontvangen kinderbijslag al afgetrokken. Het resultaat uit de tabel is dus de noodzakelijke extra kosten van de kinderen bovenop de kinderbijslag. Dit wordt officieel de kinderbehoefte genoemd.
Een voorbeeld kinderbehoefteberekening
We gaan even verder met het vorige voorbeeld. Het netto gezinsinkomen is dus 4.920 euro. Jullie hebben samen twee kinderen. Hieronder zie je een klein deel van de bijbehorende NIBUD tabel met kinderkosten.
Kinderkosten bij netto gezinsinkomen [in euro’s] | |||
Aantal kinderen | 4.500 | 5.000 | 5.500 |
1 | 635 | 720 | 800 |
2 | 1.060 | 1.200 | 1.335 |
3 | 1.155 | 1.310 | 1.465 |
In deze NIBUD kinderbehoeftetabel van 2024 kun je nu eenvoudig opzoeken dat jullie met twee kinderen en een netto gezinsinkomen van 4.920 euro, uitkomen op een kinderbehoefte van 1.200 euro. Dit is exclusief de kinderbijslag.
GRATIS E-Book: alles over scheiden (inclusief twijfelfase)
Wil je een compleet en helder overzicht? Hoe om te gaan met de twijfel? Wanneer en wat vertellen jullie de kinderen, familie en vrienden? Welke financiële consequenties zijn er en wat is er mogelijk qua woning? Wat spreken jullie af in het ouderschapsplan? Hoe blijf je samen goede ouders en werk je toe naar meer geluk? Het gratis eBook gaat in op alle aspecten rondom een scheiding.
Stap 2 – Draagkracht berekenen
Bij de draagkrachtberekening wordt er gekeken hoeveel geld elke ouder überhaupt beschikbaar heeft voor de kinderen. Let wel, dit wordt berekend op basis van de situatie ná de scheiding. Hierbij wordt het toekomstige Kind Gebonden Budget (KGB) van elke ouder meegeteld bij het feitelijke inkomen (uitspraak van de Hoge Raad van 9 oktober 2015).
Draagkrachtberekening in vier stappen
De draagkracht wordt dus voor de vader en de moeder apart uitgerekend. Zie ook het onderstaande schema. Hierbij worden de volgende vijf tussenstappen doorlopen:
- Vaststellen van het bruto inkomen na de scheiding.
- Bepalen van de belastingen en toeslagen die na de scheiding gelden. Dit resulteert in het netto inkomen na de scheiding.
- Vaststellen van het zogenaamde draagkrachtloos inkomen. Dit bepaalt wat iemand financieel minimaal nodig heeft om te kunnen ‘overleven’.
- Berekenen van de draagkrachtruimte. Dit is simpelweg het netto inkomen minus het draagkrachtloos inkomen. De draagkracht voor kinderalimentatie is vervolgens 70% van deze ruimte.
Al deze vijf stappen worden hieronder nader toegelicht.
Stap 2.1 – Vaststellen van het bruto inkomen na de scheiding
Meestal is het inkomen na de scheiding gelijk aan het inkomen voor de scheiding. Soms besluit één van beiden om meer of juist minder te gaan werken. Dan wordt er altijd gerekend met het te verwachten nieuwe bruto inkomen. Wil je exact weten welk inkomen meetelt bij een alimentatieberekening? Lees dan bijgaande blog “Welk inkomen telt mee bij alimentatie?“.
Stap 2.2 – Bepalen van de belastingen en toeslagen die na de scheiding gelden
Na de scheiding en de verhuizing zijn jullie niet langer fiscaal partner. Hierdoor verandert er veel op het gebied van belasting. Meestal in jullie voordeel. Denk bijvoorbeeld aan:
- Jullie kunnen wellicht allebei kindgebonden budget (KGB) aanvragen
- Er is soms voor beiden recht op inkomensafhankelijke combinatiekorting
- Jullie komen wellicht nu wel in aanmerking voor huursubsidie
Door nu de belastingen van het bruto inkomen af te trekken, ontstaat zicht op het netto inkomen na de scheiding.
Stap 2.3 – Vaststellen van het zogenaamde draagkrachtloos inkomen
Het draagkrachtloos inkomen is het minimale inkomen waarbij je net kunt ‘overleven’. Dit is gebaseerd op drie zaken: de bijstandsnorm, de reële woonlasten en eventuele aflossing van schulden. Alledrie ligt ik hieronder kort toe.
Bijstandsnorm voor draagkrachtloos inkomen
De bijstandsnorm is zoals de naam als zegt afgeleid van de hoogte van de bijstandsuitkering. De bijstandsnorm wordt elk jaar opnieuw vastgesteld en wel als volgt:
- Hoogte bijstandsuitkering
- Minus het aandeel hierin voor woonlasten
- Plus een extra bedrag voor de ziektekosten
Voor 2024 is de bijstandsnorm vastgesteld op een bedrag van 1.270 euro per maand.
Reële woonlasten voor kinderalimentatie
Bij kinderalimentatie wordt uitgegaan van reële woonlasten. Dus niet van de woonlasten, die zijn te verwachten bij iemand in de bijstand. Om discussies over reële woonlasten te voorkomen, is vastgesteld wat reëel is. Hierbij wordt simpelweg gesteld dat reële woonlasten 30% zijn van het netto maandinkomen.
Eventuele rente en aflossing van schulden
In principe hebben schulden van vader of moeder geen effect op de hoogte van de draagkracht voor kinderalimentatie. Er zijn echter uitzondering. Namelijk als schulden zijn ontstaan tijdens het huwelijk en niet-verwijtbaar en/ of onvermijdbaar zijn. Een mooi voorbeeld hiervan is de restschuld voor de voormalige woning. De rente en aflossing hiervan mag dus worden opgeteld bij het draagkrachtloos inkomen.
Wederom een voorbeeld
Stel, je hebt een netto inkomen na de scheiding van 2.800 euro per maand. De bijstandsnorm is vastgesteld op 1.270 euro. Qua woonlasten wordt er gerekend met 30% van 2.800 euro, zijnde 840 euro per maand. Je hebt geen relevante schulden. Jouw draagkrachtloos inkomen is daarmee 1.270 euro plus 840 euro is 2.110 euro.
Stap 2.4 – Berekenen van de draagkrachtruimte en draagkracht
Vanaf nu is het heel simpel. Het verschil tussen het netto inkomen na de scheiding en het draagkrachtloos inkomen, levert de zogenaamde draagkrachtruimte op. Van deze draagkrachtruimte is 70% beschikbaar voor kinderalimentatie en 30% voor jouzelf. Deze 70% wordt ook wel de draagkracht genoemd.
We vervolgen het voorbeeld
Als vader heb je na de scheiding dus een inkomen van 2.800 euro netto (inclusief KGB). Zijn draagkrachtloos inkomen is dus 2.015 euro. Dit heeft hij minimaal nodig om zelf rond te kunnen komen. Er blijft 785 euro over aan draagkrachtruimte. Hiervan is 30% voor hemzelf en 70% is draagkracht voor kinderalimentatie. In dit rekenvoorbeeld is de draagkracht van vader dus 70% van 785 euro, zijnde 550 euro per maand.
Stap 3 – Kinderalimentatie bepalen
Als de draagkracht bekend is, kan worden berekend wat jullie als ouders naar rato van draagkracht kunnen meebetalen aan de kosten voor de kinderen. Vervolgens wordt de zogenaamde ‘zorgkorting’ toegepast. Gemakshalve wordt er in onderstaand voorbeeld vanuit gegaan dat er samen voldoende draagkracht is voor de kinderen.
Verdeling naar rato van draagkracht
In bijgaand schema, zien we de draagkracht berekening van vader (links) en moeder (rechts). Hoe deze draagkracht berekend wordt, hebben we hierboven kunnen lezen. Ook is te zien dat de vader meer inkomen en dus meer draagkracht heeft dan de moeder. Laten we even het voorbeeld vervolgen.
Verder met het voorbeeld (40%/ 60% verdeling)
De kinderbehoefte is bijvoorbeeld 1.130 euro. Als vader heb je in dit voorbeeld een draagkracht van 720 euro (stap 2) en als moeder 480 euro. Samen hebben jullie als ouders 1.200 euro draagkracht, wat ruim voldoende is voor de kinderbehoefte. In dit voorbeeld heeft de vader (720/1.200)*100 = 60% van de draagkracht en de moeder heeft de resterende 40% draagkracht. In deze verhouding van draagkracht gaan jullie dan ook in de kinderbehoefte voorzien. Vader 60% van 1.130 euro, zijnde 678 euro en moeder de resterende 452 euro (40%).
Plan een vrijblijvend adviesgesprek (ONLINE AGENDA)
Willen jullie een open gesprek over jullie relatie, twijfel of scheiding? Dit gesprek biedt jullie wellicht (1) handvaten om het samen leuker te krijgen, (2) meer inzicht in de aard van jullie twijfel of (3) een helder pad richting gezamenlijke scheiding. Het adviesgesprek duurt ca. 45 minuten en is geheel vrijblijvend.
Zorgkorting toepassen bij kinderalimentatie
Een deel van de kinderkosten ligt besloten in de normale huishoudkosten. Denk hierbij aan de extra slaapkamer, extra gas/ water/ licht, de dagelijkse boodschappen, uitjes, etc. Een ouder, die de dagelijkse zorg voor de kinderen op zich neemt, heeft deze extra kosten in zijn of haar eigen huishoudbudget. Juist daarom is de ‘zorgkorting’ bedacht. De zorgkorting staat gelijk aan deze extra kosten in de huishouding en mag van ieders aandeel in de kinderbehoefte worden afgetrokken.
Drie verschillende zorgkortingen
De volgende zorgkorting wordt gehanteerd:
- 15% in geval van één dag per week, zoals bijvoorbeeld het geval is als één ouder de kinderen één weekend per twee weken ziet
- 25% bij twee dagen zorg per week
- 35% bij co-ouderschap (beiden minimaal 3 dagen per week de zorg)
Voorbeeld zorgkorting bij een omgangsregeling
In dit voorbeeld blijven de kinderen primair bij moeder. Er is een omgangsregeling waarbij vader de kinderen twee dagen per week verzorgt. Vader heeft dus recht op 25% zorgkorting. Uitgaande van 1.130 euro kinderbehoefte, krijgt hij dus 283 euro korting (25%). Deze korting van 283 euro wordt door de vader als het ware indirect aan de kinderen uitgegeven in de twee dagen per week dat ze bij hem thuis zijn.
Aangezien de vader in totaal 60% draagkracht heeft minus 25% zorgkorting, blijft er voor hem 35% over om maandelijks aan kinderalimentatie te betalen. Dit is een bedrag van 395 euro per maand wat hij maandelijks aan de moeder overmaakt. Zij betaalt hiervan in principe alle kosten van de kinderen.
Voorbeeld zorgkorting bij co-ouderschap
Wederom uitgaande van 1.130 euro kinderbehoefte, krijgen jullie als co-ouder dus 35% korting (lees, 396 euro). Deze korting van 396 euro wordt als het ware indirect aan de kinderen uitgegeven in de drie tot vier dagen per week dat ze bij jou als vader/ moeder in huis wonen. De resterende 30% (338 euro) wordt bijvoorbeeld op een aparte kinderrekening gestort. Aangezien de vader 60% draagkracht heeft minus 35% zorgkorting, blijft er voor hem 25% over om maandelijks in te leggen op de kinderrekening. De moeder betaalt de ontbrekende 5% (40% – 35%). Zie ook het bijgaande schema.
Omgang met zorgkorting bij onvoldoende draagkracht ouders
Stel dat jullie gezamenlijke draagkracht kleiner is dan de kinderbehoefte. Dus even weer terug naar het voorbeeld. Vader en moeder hebben nu geen 1.200 euro draagkracht samen, maar slechts 1.030 euro. De kinderbehoefte is nog steeds 1.130 euro. Samen komen ze dus 100 euro tekort. Dit tekort wordt 50/ 50 gedeeld en bij eenieder in mindering gebracht op de zorgkorting. Beide 50 euro minder zorgkorting dus.
Voorbeeld draagkrachttekort bij omgangsregeling
Laten we stellen dat de draagkracht van vader 618 euro bedraagt, zijnde 60% van de totale draagkracht van 1.030 euro. Moeders draagkracht is daarmee 412 euro (40%). Vader heeft een omgangsregeling op basis van twee dagen per week en geniet dus een zorgkorting van 25% van de kinderbehoefte van 1.030 euro. Normaal zou dit 258 euro zijn. Hierop wordt nu de 50 euro in mindering gebracht. Zijn zorgkorting wordt daarmee 208 euro. De kinderalimentatie komt dan neer op 618 euro (zijn draagkracht) minus 208 euro (zijn zorgkorting na aftrek van 50% van het gezamenlijk tekort) is 410 euro.
Minimumdraagkracht kinderalimentatie bij laag inkomen
Stel nu dat één van jullie twee een heel laag inkomen heeft en de voorgaande draagkrachtberekening zou bijvoorbeeld op nul euro uitkomen. Dan treedt de volgende regel in werking. Als het inkomen lager is dan 1.680 euro, dan wordt uitgegaan van een minimumdraagkracht van 25 euro per kind. Voor twee of meer kinderen geldt dan een minimumdraagkracht van 50 euro.
Wettelijke indexatieverplichting voor kinderalimentatie
Het is in Nederland wettelijk verplicht om de afgesproken kinderalimentatie jaarlijks te indexeren. Het idee hierachter is vrij simpel. Door de jaren heen wordt alles duurder, dus ook de kosten van kinderen. De inkomens stijgen doorgaans mee, zodat ieders koopkracht behouden blijft. Aangezien afspraken over kinderalimentatie meestal lang doorlopen, namelijk totdat het jongste kind 21 is, is het noodzakelijk om de bedragen jaarlijks iets te verhogen. Lees hier hoe hoog de wettelijke indexatie jaarlijks is.
Herberekening kinderalimentatie – Zes mogelijke redenen
Wat kan een reden zijn voor de herberekening van kinderalimentatie? Hieronder volgen de meest voorkomende redenen voor een herberekening. Weet dat de rechter doorgaans alleen tot een herberekening overgaat bij grote veranderingen. In onderling overleg bij een mediator is het veel eenvoudiger om de kinderalimentatie afspraken te laten meegroeien met jullie levens. De volgende zaken kunnen van invloed zijn op de hoogte van kinderalimentatie.
Het is veel makkelijk om samen in mediation tot nieuwe afspraken te komen dan via de rechter
Het inkomen gaat omhoog (1)
Het inkomen (van één van jullie) is substantieel hoger geworden. Dit kan bijvoorbeeld zijn door een nieuwe baan, een promotie of door meer uren per week te gaan werken. Maar ook als ondernemer waar de zaken voor de wind gaan. Een herberekening is op zijn plaats.
Er wordt juist minder verdiend (2)
Jullie inkomen is fors gedaald en dit is bovendien niet verwijtbaar. Bijvoorbeeld door arbeidsongeschiktheid, ontslag of als ondernemer met ’tegenwind’. Maak je echter zelf bewust de keuze om minder te gaan verdienen? Dan is dat doorgaans geen reden voor een herberekening.
Jullie zorgregeling verandert (3)
In principe leidt een verandering van de zorgregeling tot een verandering van ‘zorgkorting’ (zie bovenstaande stap 3 uit de berekening van kinderalimentatie). Ga je bijvoorbeeld meer voor de kinderen zorgen, dan zal jouw zorgkorting omhoog gaan en die van jouw partner met eenzelfde bedrag omlaag. Omgekeerd zal jouw storting op de gezamenlijke kinderrekening daardoor omlaag gaan en die van jouw partner juist weer omhoog. In principe is de exacte hoogte van het bedrag relatief eenvoudig uit te rekenen. Dus zonder ingewikkelde alimentatie herberekening.
Van co-ouderschap naar omgangsregeling of omgekeerd
Nu kan het echter zo zijn dat jullie zorgregeling wijzigt van een omgangsregeling naar co-ouderschap of andersom. Deze wijziging kan behoorlijke fiscale consequenties hebben. Denk bijvoorbeeld aan het recht op Inkomensafhankelijke Combinatie Korting (ICK), Kind Gebonden Budget (KGB) of Alleenstaande Ouder Kop (AOK). In dit soort gevallen is het wel verstandig om een officiële herberekening te laten maken.
Jullie recht op fiscale tegemoetkoming wijzigt (4)
Toeslagen en heffingskortingen hebben een behoorlijke impact op het netto inkomen. Zeker na een scheiding als alleenstaande ouder. De volgende situaties kunnen ertoe leiden dat er een wijziging optreedt. Dit kan reden zijn voor een herberekening kinderalimentatie.
Belastingregels hebben veel invloed op de berekening van kinderalimentatie, dus let goed op bij wijzigingen
Kinderen worden ouder
Als kinderen ouderen worden, verandert er van alles. Zo valt de Inkomens Afhankelijke Combinatie Korting (ICK) weg als de jongste 12 jaar oud wordt. Verder vervalt het Kind Gebonden Budget (KGB) en de Alleenstaande Ouder Kop (AOK) bij de leeftijd van 18 jaar. Dit terwijl jullie zorgplicht als ouders wettelijk doorloopt tot hun 21ste levensjaar.
Samenwonen met een nieuwe partner
Eén van jullie gaat samenwonen met een nieuwe partner, die daardoor automatisch ook toeslagpartner wordt. Hierdoor kan het recht op toeslagen (KGB en AOK) geheel of gedeeltelijk komen te vervallen en daalt jouw netto inkomen. Wettelijk gezien daalt hierdoor ook de draagkracht voor kinderalimentatie. Moreel gezien is dit lastig te verdedigen, omdat de woonlast en huishoudkosten vaak ook gedeeld worden met de betreffende toeslagpartner.
Box III vermogen neemt toe
Iemands Box III vermogen wordt zo hoog, dat daardoor het recht op toeslagen komt te vervallen. Dit kan overigens ook het geval zijn als gevolg van een nieuwe toeslagpartner, die bijvoorbeeld weinig inkomen heeft en veel vermogen.
Kinderen op een ander adres ingeschreven
Jullie maken zelf de keuze om de kinderen anders over beide adressen te ‘verdelen’. Dit heeft als consequentie dat het recht op toeslagen wijzigt van de één naar de ander. Soms woon je direct na de scheiding een tijdje in bij familie of vrienden. Stel dat je eindelijk eigen woonruimte vindt en jezelf op dit nieuwe adres inschrijft. Dat is meestal het moment om ook één van jullie kinderen op jouw nieuwe adres in te schrijven. Met alle fiscale gevolgen van dien.
Eén van jullie is opnieuw vader of moeder geworden (5)
Stel dat één van jullie opnieuw vader of moeder is geworden. Dit nieuwe kindje heeft ook recht op zorg. Daardoor zullen de totale kinderkosten toenemen. De draagkracht van de kersverse ouder zal nu over één kindje extra verdeeld moeten worden. Hierdoor daalt zijn of haar draagkracht voor de al aanwezige oudere kinderen. Als consequentie hiervan, zal de andere ouder financieel extra bij moeten springen. Een herberekening kinderalimentatie is op zijn plaats. Hierbij is ook inkomensinformatie van de 3de ouder in kwestie noodzakelijk, zijnde de nieuwe partner van jou of jouw ex.
Een nieuw huwelijk kan behoorlijke consequenties hebben
Door nieuw huwelijk wordt iemand wettelijke stiefouder (6)
Één van jullie gaat opnieuw trouwen of gaat een geregistreerd partnerschap aan. In principe is dat een mooie ‘bekroning’ van jullie nieuwe relatie. Deze stap kan echter behoorlijke consequenties hebben voor de nieuwe partner. Wettelijk gezien kan hij of zij hierdoor ineens stiefouder worden.
Wanneer wordt je stiefouder?
Volgens de wet ben je stiefouder als je aan de volgende twee voorwaarden voldoet:
- het kind van jouw partner behoort tot jullie gezin;
- jullie zijn getrouwd of hebben een geregistreerd partnerschap.
Stiefouder heeft een wettelijke zorgplicht
Als stiefouder heb je dus een wettelijke zorgplicht. Deze zorgplicht is reken-technisch net zo zwaar als die van de twee echte ouders. Er wordt dus ook gekeken naar jouw inkomen en draagkracht als stiefouder. In feite krijgen de stiefkinderen hierdoor ineens drie ouders met zorgplicht. Het spreekt voor zich dat de echte ouders minder hoeven bij te dragen, doordat de stiefouder ineens ook geacht wordt zijn of haar deel bij te dragen. Voldoende reden voor een herberekening.
Gerelateerde onderwerpen
De volgende onderwerpen zijn gerelateerd en wellicht interessant om ook te lezen:
- Ouderschapsplan voorbeeld – met uitleg en download
- Kinderalimentatie bij meerderjarige ‘kinderen”
- Welk inkomen telt mee bij de vaststelling van alimentatie?
- Wanneer wordt er gekeken naar het fictieve inkomen wat iemand zou kunnen verdienen in plaats van zijn of haar feitelijke inkomen bij de vaststelling van alimentatie?
- Co-ouderschap – een gezamenlijke kinderrekening
- Co-ouderschap – Welke belastingvoordelen zijn er?